Like us on Facebook 

















Pic 3














Nauurllijke broed

↕ VERSUS ↕

Broedmachine











































































































































De geschiedenis van de Chaams hoen

 

Kleurslag goudbandpel hen

Inleiding

 

Het Chaams hoen, plaatselijk de “Kaamse kiep”, werd tot begin de 20ste ten zuiden van Breda op vele boerenerven gehouden als nut-hoen. Het Chaams hoen stond bekend als een zeer gehard ras wat op schrale Brabantse zandgronden goed wist te handhaven. Naast relatief hoge eierproductie bij de hennen stonden vooral de kapoenen, kapuinen of chapons (gecastreerde hanen) bekend om hun fijnvlezigheid en vooral om de specifieke heerlijke vleessmaak.


                                                        
                                                               Kleurslag zilverband haan en goudpel hen

Het Chaams hoen raakte in de vergetelheid en werd eind de 20ste eeuw zelfs met uitsterven bedreigd. Door de inzet van sympathisanten nam de populatie in de 21ste eeuw weer toe. In 2001 werd de speciaalclub opgericht de Chaamse Hoender Club.

 


De vroege geschiedenis

 

Over het onstaan van het Chaams hoen bestaat nog steeds veel onduidelijkheid. Het Chaams hoen is van herkomst een Campine hoen. Meer specifiek is de afkomst van de Chaams hoen de  Kempische hoen, een kippenras uit de Kempen in Nederland en België. Het is de zandstreek in het noordoosten van België en ten zuiden van de lijn Eindhoven-Tilburg in Nederland. De benaming "De Kempen" is een vervorming uit het Latijnse Campinia of Campina, hetgeen "open ruimte" betekent (campus  = vlakte). In Frankrijk spreekt men over La Campine, in het Engels over the Campine.

De Campine onderscheidt zich vooral door de karakteristieke peltekening, gehardheid en goede leg eigenschap. Het is een zeer oude famillie van pluimvee die al eeuwenlang over een grootdeel van Noord-Europa leeft. Het telt een groot aantal variëteiten. Er zijn nu ongeveer tien rassen verspreid over 4 landen. Deze rassen tonen gelijklopende fenotypes (=het totaal van alle waarneembare eigenschappen/kenmerken van een organisme).

                                                              
                                                              
                                                                     Geografisch gebied van de Campine

Enkele Campine rassen zijn:

    Assendelfer                Brakel             Kempische hoen           Chaams hoen
    Friese hoen   Hambourgs (Hamburgse)    Hergnies        Oost-Friese Meeuw
                                        
                            Westfälische Totleger  Bolton Greys
                         (Westfaalse Doodlegger)


De Campine, waar dus uiteindelijk de Chaams Hoen uit voortkomt, verspreidde zich in de loop der eeuwen langzaam maar zeker van de kuststreken tot ver in de Ardennen en onze lage landen. Dit is vooral door de verschillende kloosterordes bewerkstelligd daar die voortdurend verbeterde rassen en gewassen aan elkaar uitwisselde. Er werd door genetischen uitwisseling en/of massale selectie, rassen gevormd die zich aangepast hadden aan cultuur en klimaat van de betreffende regio. Daarbij was er aanpassing aan de beschikbare voeding ter plaatse. De Campine moesten zich in de regel zelf maar zien te redden met wat de schrale Kempengrond in en rond de boederij te bieden had.

Zo ook vormde zich dus ook de Chaams hoen in de regio Chaam/Breda.

 

Al in 912 spreekt de Abdij van Torn in een opsomming van hun bezittingen heel specifiek over hoenders in de regie van Breda. Het is echter niet precies duidelijk of hier het daadwerkelijk het Chaams hoen, een voorvader of de Kraaikop wordt bedoeld. Chaamsche werden namelijk eeuwenlang Bredasche kapoenen of Chapons genoemd. Dit heeft in het verleden tot veel onduidelijkheid en verwarring geleidt.

De Norbertijnses van de abdij van Tongerlo, welke werd gesticht in de jaren 1130-1133, hebben door de eeuwen heen in vele parochies van de Kempen en Brabant de zielzorg uitgeoefend. Binnen de Kempen en Brabant bezat de Norbertijner kloosterorde vele gronden en boerderijen.


                                   

Geografische kaart regio Breda uit het verre verleden

Voorbeelden van enkele gerestaureerde hoevens vindt men onder andere terug in Tilburg (Tongerlose Hoef) en Roosendaal (Tongerlo Huis)

 

In Chaam staat van oudsher een Norbertijnse kloosterboerderij van Tongerlo, de Peliceanhoeve genoemd. Deze hoeve, met aanliggende gronden, is tot halverwege de 19de eeuw in het bezit van de Norbertijen geweest. Doordat Norbertijnen hun kennis en kunde deelde met de plaatselijke bevolking ontstond een bijzondere verbondenheid. Dus ook wat betreft het houden van hoenderrassen.


    

De Pelicaenhoeve te Chaam

Het was in die tijden heel gebruikelijk dat een ras werd vernoemd naar de streek waar het voorkwam. Er wordt in oude geschriften dan ook gesproken over streekgebonden Campine achtige. In het verspreidingsgebied van de Norbertijnen in de omgeving van Chaam werd in deze geschriften gesproken over de Hoogstraatse pel, het Kempisch hoen en het Chaams hoen (in België de Chaamse pel genoemd). Daar het bekend is dat de Norbetijnen deze Campine achtige zelf gehouden hebben is het aannemelijk dat zij op zijn minst mede verantwoordelijk zijn voor het verbeteren en verfijnen van het Chaams hoen. Mede met de wetenschap dat door de geografische ligging van Chaam zelfs in de meest extreem droge zomers het daar gelegen Chaamse Beekdal voldoende natte gronden behoudt. In de winter daarin tegen biedt het Beekdal weer extra beschutting tegen barre koude en gure wind. Hierdoor was het Chaamse Beekdal een plaats waar de omstandigheden het hele jaar lang optimaal waren om hoenders in optimale conditie te houden. Juist in dit Chaamse Beekdal staat het Norbertijner kloosterboerderij De Pelicaenhoeve.

 

Er zijn ook andere bronnen die wijze op de aanwezigheid van het Chaams hoen in vroegere tijden. Enkele voorbeelden hiervan…….

 

*Thomas Ernst van Goor heeft daarover beschrijvingen gevonden en verwoord in zijn “Beschryving der stadt en Lande” (1743): “…..Alphen roemt op zyne vette Hamels (=ontmande ram). Chaam, Zundert en Rysbergen op de alom beruchte Kapoenen. Zoo, dat Maurits, Prins van Oranjen, Heer van Breda, dit land, niet te onrecht, zyne Brabantfche Tempe pleegde te noemen…..”.

 

*Naast wijlen Z.M. Koning Willem III was ook diens verre voorvader Maurits, Prins van Oranje, Heer van Breda (1567-1625) die het Chaams hoen alom roemde. Hiermee is dan tevens aangetoond dat het Chaams hoen al in de 16de eeuw van zich deed spreken.

 

*In een andere beschrijving van de Baronie (=regio Breda) opgetekend in de 18de eeuw is te lezen: “Door deeze gansche landstreek wordt een zeer gezonde lugt ingeademd. De grond is er vruchtbaar in het voorbrengen van granen. Ook heeft men enig goed weiland, hoewel er de beesten meest gevoed worden met wat er langs de wegen te vinden is. Het wild dat hier valt, is zeer smakelijk en de Bredasche Kapoenen (lees hier Chaamse hoenders) zijn alom vermaard”.

 

*Firma Wed. P.J. Bertram te Breda had vanaf 1857 een kapoenenmesterij en – slachterij. Deze gemeste kapoenen waren uitsluitend Chaamse hoenders. In 1881 bestelde koning Willem III een grote foktoom Chaamse hoenders bij firma Bertram.


            

                Chaams Hoen 1910 door van Gink



Artikelen van de Chaamse hoen uit vroeger- en hedendaagse tijden

 

Waarvan hier enkele voorbeelden…..


                                                   

                        Advocaat uit vroeger tijden                                              Hedendaagse productie
 

                                                                                                  

                                                 Archief  foto firma Bertram                                                   Heden ten dage bestaand bedrijf

                                                                             

                                                                  

                             

                                Bier                                                    Oude postzegel                      Advertentie uit 1924



De achteruitgang van de populatie Chaams hoen

 

 Tot de Industrialisatie en standaardisering aan het einde van de 19e eeuw bestond er in Nederland een enorme diversiteit aan kleurslagen en kippenrassen. De industrialisatie van de landbouw zette deze bonte verzameling echter onder druk. Import van goedkoop graan uit Amerika en de aantrekkelijkheid van hoenders als bijverdienste, vooral voor de wat armere boeren op de zandgronden, stimuleerden een meer bedrijfsmatige en gestandaardiseerde pluimveehouderij. De toenemende kennis van de erfelijkheidsleer, fokprogramma’s en de groeiende buitenlandse afzetmarkt voor eieren, in het bijzonder in de industriegebieden van Duitsland en Engeland, werkten standaardisering en schaalvergroting in de pluimveehouderij verder in de hand.

 

Rond omstreeks 1880 werden de eerste Italiaanse hoenders ingevoerd.

 

Hoenderkenner R. Houwink schrijft hierover in 1916; “[…ik] besprak met de boeren hun (onder andere de Chaamse hoen) verdwijnen. "Ze zeiden dat de pluimveeadviseurs die van de eierveilingen naar hun toekwamen hun aanraadden de landhoenders zo spoedig mogelijk op te ruimen en daarvoor Italiaanse hoenders in de plaats te nemen. Wie dit niet deed, kon niet meer aan de Veilingen der Coöperatieve vereniging broeden! Zo waren ze dus allemaal in een paar jaren opgeruimd. Er liepen alleen nog Leghorns in de patrijskleur en witte kleur. […ik] zag in 5 dorpen nog mooie Chaamse hoenders (goud-en zilverpel). De boeren konden er niet van scheiden en leverden hun eieren dan maar aan particulieren en niet aan de Coöperaties.”

Sindsdien is de Chaams Hoen steeds schaarser geworden, mede als gevolg van de verdere opkomst van de vleesindustrie. Men dacht zelfs dat het zo goed als uitgestorven was.

 

Terugfokken en behouden van de Chaams hoen

 

In 2001 werd de Chaamse Hoender Club opgericht.


                                                         


De afgelopen jaren zijn deze gedreven hobbyhouders in Chaam en omstreken er in echter geslaagd om het originele hoenderras weer terug te kruisen uit de laatste exemplaren in Nederland. Op www.chaamshoen.nl is meer te lezen over deze vereniging.


                                                                   


Daarnaast werd in 2005 samen met Slow Food het Presidum voor de “Chaamse Pel”

Slow Food is een internationale beweging die zich inzet voor het behoud van smaak en het recht op genieten van eerlijk eten en drinken. Zij is opgericht in Italië in 1986. Presidia zijn projecten waarin gewerkt wordt aan het behoud van traditionele streek producten, en daarmee het behoud van gastronomische tradities, oude productie technieken en cultuurlandschappen. Presidiumprojecten worden gecoördineerd door Slow Food Foundation for Biodiversity in Florence en zijn inmiddels over de hele wereld in gang gezet.

Het Presidium van de Chaamse Pel bouwt voort op een lange traditie van vleeshoenderhouderij in Brabant en streeft er naar de kwaliteit van vroeger te evenaren. De "vrienden van de Chaamse Pel" beheert het collectieve handelmark CHAAMSE PEL en geeft dit in licentie aan primaire producenten, ambachtelijke poeliers en/of keurslagers zolang zij de eisen naleven. Zij geven ook genummerde pootringen uit.


                                                                        


Broederij “KYNETHOLOGIE” in Langeweg

 

Het Chaams hoen komt voor in de kleurslagen zilverbandpel en goudbandpel. Beide kleurslagen zijn bij “Kynethologie” aanwezig.


                                   


(Bron van tekst en images is Kynethologie en diverse andere op sociale media)